Een van de manieren om kwaliteitsvol onderwijs te realiseren, zijn goed functionerende vak- en werkgroepen. Werk- en vakgroepen kunnen bijdragen tot een collectieve verantwoordelijkheid en een sterke bijdrage leveren tot de realisatie van kwaliteitsverwachtingen. Zeker als die van louter samenwerken evolueert naar systematisch en als groep samen leren. Dat betekent dat vak- en werkgroepen regelmatig over hun werking reflecteren en hun werking bijsturen. In deze blog zeven vind je zeven hefbomen om van je vakgroepen PLG’s te maken en om je werkgroepen goed te laten functioneren.
Maak een duidelijke koppeling met de visie
Voor leraren kunnen vak- of werkgroepen als een verplicht nummer aanvoelen. Je hebt je eigen lessen al voor te bereiden en dan moet je ook nog eens tijd steken in overleg met collega’s uit dezelfde graad of een lagere of hogere graad. Als er geen duidelijk doel is op schoolniveau, dan blijft het vaak bij fragmentarische bijeenkomsten om bijvoorbeeld een nieuwe methode tegen het licht te houden, terugkoppeling te geven over een nascholing of examenvragen met elkaar bespreken. Je wordt dan verplicht om horizontaal en verticaal samen te werken zonder concreet doel. Vak- en werkgroepen kunnen helpen in het vertalen van een gedragen gemeenschappelijke visie naar de klasvloer. Elk schooljaar heeft een zo een groep duidelijke doelstellingen nodig waarvan ze het nut inzien en waar ze zich achter kunnen scharen.
Tip: Vertaal je visie in leidende pedagogische principes zoals ‘wij maken elke les een koppeling tussen de leerinhoud en de leerdoelen’. Werk- en vakgroepen kunnen dan mee kijken hoe ze deze doelstelling kunnen realiseren.
2. Voorzie voldoende tijd
Een team die maar een paar keer per jaar samenkomt, wordt geen hechte professionele leergemeenschap. Eer iedereen terug mee is, is de vergadering al voor de helft afgelopen. Wil je echt inzetten op goed werkende vak- en werkgroepen, dan moet je hiervoor structureel tijd inplannen. Dat betekent minstens maandelijks samenkomen en liefst ook tussenin voldoende tijd voorzien. Dat zet je als schoolteam voor de uitdaging om in je jaaragenda structureel overlegtijd voor het schoolteam te voorzien. Een deel kan van die tijd kan door de vak- en werkgroepen worden benut.
Tip: creëer teamtijd als hefboom voor innovatie en kwaliteitsontwikkeling. Bijvoorbeeld door leerlingen regelmatig gedurende een halve dag zelfstandig met minimaal toezicht aan een opdracht te laten werken of door een breed extern netwerk uit te bouwen.
3. Zorg voor efficiënte bijeenkomsten
Het is belangrijk om een duidelijke structuur aan te brengen in de vergaderingen. Het kan een idee zijn om een onderscheid te maken tussen inhoudelijke bijeenkomsten en opvolgingsvergaderingen. Bij een opvolgingsmeeting ga je niet in de diepte in op de inhoud maar kijk je naar de status en wat teamleden nodig hebben om hun actiepunten verder te brengen. Het is dus een sprint met maximaal 5 minuten per punt. Op een half uur of een uur ben je klaar. Bij een inhoudelijke bijeenkomst ga je in de diepte in op één thema (bijvoorbeeld vooraf bepaald via een jaarkalender). Daarin kun je telkens 3 stappen onderkennen:
- Het onderwerp of thema duidelijk omschrijven. ‘Waarom’ en ‘wat houdt ons tegen’-vragen kunnen helpen om tot de kern van de uitdaging of het thema te komen.
- Verbreden: meerdere mogelijke oplossingen of richtingen verkennen. Daarbij durf je bestaande patronen doorbreken en vermijd je ‘ja maren’.
- Vernauwen: uit de bedachte oplossingen of richtingen één of meerdere kiezen en deze onderbouwen. En verder verder onderzoeken na de bijeenkomst.
Tip: haal mosterd uit Nederland: Hoe start je een professionele leergemeenschap? Of ga voor minimale verslaggeving via een teambord zoals Trello of Monday. Heel handig voor opvolging.
4. Ontwikkel sterke procescoachingsvaardigheden
Een vak- of werkgroepcoördinator kan deze rol gekregen hebben omdat zij of hij inhoudelijk heel sterk is. Om een vak- of werkgroep voldoende progressie te laten maken zijn coachingsvaardigheden van groot belang. In een groep kan er immers weerstand en groepsdruk ontstaan. Hoe ga je bijvoorbeeld om met onwrikbare onderwijsideeën of verworven rechten? Daarbij is het belangrijk dat de moderator van de bijeenkomsten (is niet noodzakelijk de vak- of werkgroepcoördinator) inzicht heeft in groepsdynamiek, onder de waterlijn kan kijken en collega’s kan coachen.
Tip: zorg ervoor dat coördinatoren onder onder de ijsberg kunnen duiken of leer hen de principes van Deep Democracy kennen zoals luisteren naar de stem van de minderheid, vragen of er nog mensen zijn die er zo over denken en zorgen dat iedereen een evenwaardige bijdrage kan leveren tijdens een bijeenkomst.
5. Werk systemisch en vakoverschrijdend
Het risico van vakgroepen is dat iedereen binnen het vak blijft waardoor je de verbindingen over de vakken heen mist. Dit vermijd je als volgt:
• Zoek naar de kruisverbindingen tussen de inhoud van vak- of werkgroepen. In welke mate kunnen bijvoorbeeld bepaalde leerdoelstellingen op een vakintegratieve manier beter en efficiënter gerealiseerd worden? Benarder de pedagogisch-didactische aanpak op een systemische manier en kom zo tot verticale leerlijnen. Het EduNext transformatierad kan daar als denkmodel bij helpen.
• Zorg voor intervisie tussen de vakwerkgroepcoördinatoren. Die kunnen naar elkaar toe een casus brengen (v.b. een probleem of een uitdaging binnen haar of zijn vakwerkgroep) waarbij de collega’s volgens een bepaalde intervisiemethodiek luisteren, vragen stellen en advies geven. Op de manier staan de coördinatoren er niet alleen voor en kunnen ze elkaar helpen en coachen.
Tip: Laat coördinatoren elkaar casussen voorleggen via de OASE methodiek.
6. Werk aan zelfregulerende vaardigheden
We hebben het vaak over zelfregulerende vaardigheden van leerlingen zoals emotieregulatie, impulscontrole, werkgeheugen, taakinitiatie, planning, respons-inhibitie, doelgericht gedrag, volgehouden aandacht, metacognitie, organisatie, flexibiliteit en time-management. Maar ook de zelfregulerende vaardigheden van leraren zijn cruciaal om van chaotische, besluiteloze, ongemotiveerde, conflicterende, perfectionistische, te weinig kritische en afhankelijke vakgroepen te evolueren naar efficiënte, leerzame, samenwerkende, flexibele, leerlinggerichte, duurzame en diverse professionele leergemeenschappen.
Tip: Ga na hoe sterk de zelfregulerende vaardigheden van de deelnemers aan de vak- en werkgroepen zijn ontwikkeld. Kijk ook eens is het gesteld is met andere belangrijke vaardigheden zoals elkaar groeigericht feedback kunnen en durven geven, feedback kunnen ontvangen, kunnen (zelf)reflecteren of elkaar kunnen en mogen coachen.
7. Implementeer een evenwichtige rolverdeling
Collega’s die goed werk uitvoeren, trekken meestal extra werk aan. In een vak- of werkgroep kan er zo een onbalans ontstaan in de taakverdeling wat nefast is voor de dynamiek. Een evenwichtige taakverdeling waarbij iedereen bijdraagt en waarbij het duidelijk is wie wat doet, geeft veel energie. Naast de normale rollen in een vergadering (modereren, tijd bewaken en verslag maken) is een goede match tussen kennis, vaardigheden, expertise en talenten van de vak- en werkgroepleden en de taken die ze er uitvoeren cruciaal.
HULP nodig bij het versterken van je vakgroepen?
Bovenvermelde hefbomen mee helpen vertalen op maat van jouw school? Denken we graag mee over na. Stuur een mail naar dirkdeboe@edunext.be of bel Dirk op 0474/949448 voor een vrijblijvend intakegesprek.