10 tips van Atheneum Busleyden-directie Tanja Janssens om rekening mee te houden bij het transformeren van je school

Een aantal jaar geleden stond de school er slecht voor. De accommodatie was aftands, er waren heel wat problemen qua onveiligheid en het lerarenkorps zat in een negatieve spiraal. De nieuwe directie besloot om het over een andere boeg te gooien en startte met een doenktank (denken en doen). Daarin vroegen ze zich af hoe ze hun dromen konden realiseren. Daaruit groeide een nieuw verhaal. Na jaren van hard werken, bruist de school opnieuw en is ze in Vlaanderen een van de voortrekkers waarbij leerlingen eigenaarschap hebben over hun leren.  

Van citroenen naar passievruchten.jpg

Directie Tanja Janssens geeft tien tips waar je rekening kunt mee houden tijdens de transformatie van je school:

1.      Je kunt niet alles één voor één doen, je moet alles tegelijk doen en springen. Neem daarbij alle elementen van het transformatierad mee. Werk op integrale wijze.

2.      Geloof in je eigen verhaal. Maar de visie van de directie is niet dé visie. Stem alles goed af op elkaar.

3.      Durf je leraren vragen of ze momenteel gelukkig zijn in de school en of ze meewillen in het nieuwe verhaal. Die selectie is nodig. Probeer met zoveel mogelijk mensen aan de goede kant te staan.

4.      Het is een dubbel proces. Pas het transformatierad ook toe op je leraren.

5.      Het is een traject in golven. Ups en downs. Weet dat je het eindpunt nooit bereikt. Probeer een lerende organisatie te worden.

6.      Je kan niet één systeem opleggen – geef leraren daarin vrijheid. Als bepaalde leraren geloven in klassiek onderwijs en dat met passie kunnen overbrengen, dan is het ook goed. Laat leraren ook zelf hun lokaal uittekenen.

7.      Het materiaal moet niet top zijn, tweedehands kan ook heel degelijk zijn. Of kijk wat je gratis of voor lage prijs op de kop kan tikken. Hou subsidiedossiers en eBay in het oog. Leg contact met ondernemingen. Die schrijven regelmatig spullen af.

8.      Geef studierichtingen menselijke namen (v.b. Kobe: co-teaching in 1B en Zina: zin in 1A) zodat leerlingen geen stempels krijgen. Als leerlingen op bezoek komen om hun nieuwe school te kiezen, vraag naar hun talenten en wat ze graag doen. Dat resulteert dan in een Kobe- of een Zina-keuze. Zo stappen ze volwaardig binnen.

9.      Elke stad zou, zoals in Mechelen, onderwijsassistenten moeten hebben die de leerlingen in de scholen begeleiden bij problemen maar die ze ook buitenschools en na hun schoolloopbaan opvolgen.

10.   Behandel ouders als partners. Via lange intakegesprekken, een warm welkom en workshops met een hapje en een drankje (v.b. hen trainen in Smartschool). Doe allerhande dingen en niet alleen op de verplichte momenten. Voer eerlijke gesprekken in hun eigen taal, bouw een band op, durf een knuffel te geven. Ouders voelen zich dan gerespecteerd. Ouders zijn als buren en altijd welkom. Zo een relatie werkt ook beter bij slecht nieuws (v.b. onbetaalde schoolrekening of slechte prestatie).

Met citroenen kunnen we niets doen in de school.
We hebben passievruchten nodig.