Op 19 november trokken we met 30 leraren en directeuren naar Oostende om er twee innovatieve scholen te bezoeken.
Basisschool Leefschool De Vlieger
De naam Leefschool staat voor ‘voorbereiding op het leven’. Een school om te leven. Hoe ga je in het leven staan? Wie wil je zijn? (en niet alleen wat wil je zijn?)
Het pedagogisch concept van de school verloopt volgens 5 fases:
Fase 1: geborgenheid en vrijheid
Kinderen doen pantoffeltjes aan
Speelplaats met hoeken
Een buitenklas
Een kring als begin- en eindpunt van de dag
Poppenhoek, bewegingshoek, snoezelhoek, …
Vertrouwen geven: bijvoorbeeld materiaal waar de kinderen niet aan mogen komen, zit niet achter slot. Wel staan er op die bak rode handjes (daar mag je niet aan komen. Aan al de rest wel)
Koffiehoek voor de ouders (thuiskomen). Ouders mogen mee naar de klas. Om 8.35 gaan de deuren dicht voor de kring (ouders mogen meedoen maar blijven er dan wel de ganse tijd bij). Dus niet: je kind afzetten en dag!
Leerlingen en leraar zitten bij elkaar aan een grote tafel. De school werkt met graadsklassen => afwisselend 1 leerjaar aan de tafel en een ander leerjaar in hoeken (verkleedhoek, werkhoek, leeshoek, ..)
Fase 2: sociale fase
Graadsklassen zorgen ook voor minder zittenblijvers. Je moet er niet staan in juni maar pas het volgend jaar in juni. Zittenblijven is je tijd anders nemen. En dat plannen ze vooraf in bij de leerlingen. Bijvoorbeeld: we willen in 3 jaar 2 jaar verder staan. Kinderen gaan nooit leerstof herdoen. Maar ook vooruit lopen: 1 jaar doen over 2 jaar. Als het lukt: oké maar indien te veel stress, terugdraaien
Wij-gevoel creëren via kringgesprekken, het stimuleren van luistergedrag, een wekelijkse klassenraad (kinderen kunnen opmerkingen en ideeën in een schriftje schrijven). Om de 3 weken is er Vliegerraad (geen klaagbaak, je moet ook een positief punt meebrengen)
Elke vrijdag is er forum: dan stoppen ze vroeger en gaan alle kinderen op de tribune (speelplaats): wat hebben we geleerd, welke projecten hebben we gehad, ... => op creatieve manier gebracht (doelen bereiken is leuk!). Zo leren ze ook waar anderen mee bezig zijn. Ouders en grootouders komen hier graag naartoe
Regels zijn regels. Geen discussie (v.b. lopen op de trappen). Via ludieke manieren wordt dit gestimuleerd (v.b. foto van directeur die op de trappen loopt met een rood kruis er door)
Taken zelf aanpakken – zelfevaluatie – kinderen kiezen hun weg. Ze laten ze af en toe mislukken, zo krijgen ze feedback
Teamvorming: elkaar graag hebben als leraar => kinderen voelen dit
Ouderparticipatie: mee doen, mee denken, .. Er is een werkgroep met een mandaat! Als daar iets uitkomt, dan wordt het ook gedaan. Pedagogische zaken zijn voor het lerarenteam
Jarigen mogen geen traktaat meebrengen (zorgt voor ongelijkheid en problematische situaties bij leerlingen die het thuis minder hebben). De leerlingen krijgen een troon en mogen een wens doen (v.b. een dag iedereen in pyama, samen pannekoeken bakken, ..)
Kring: gespreksleider, verslagnemer, journalist => feedback hoe ze als gespreksleider gefungeerd hebben
Veel investeren in fase 1 en fase 2 en dan zijn leerlingen gemotiveerd
Fase 3: kiezen
WO en muzische vormen gebeuren voornamelijk in projecten
Ervaringsgericht onderwijs: kinderen richten zich op een probleem en maken er een product van zodat dit concreet wordt
Kinderen doen voorstellen en dan worden die gekozen aan de hand van criteria (het moet een product opleveren en probleemgericht zijn: wat wil je precies weten?). Daardoor krijg je focus. V.b. hoe maak je een brood?
Aankondigen (via les Nederlands (kaderen – context)
Recepten zoeken (verhoudingen: 1 brood = x gram …)
Verpakken (papieren zak ontwerpen, begrijpend lezen, …)
De kinderen werken veel gerichter naar het eindproduct en hebben niet door dat ze aan het leren zijn. De doelen die je daarmee bereikt, kunnen aan bod komen in de verwerkingsfase (v.b. eetgewoontes, werd brood altijd al gegeten? Manna, …)
Kiezen: hoofd/handen/hart is belangrijk
De leerstof voor de projecten komt uit de kringen (democratische stem met munten). Maar niet alle leerstof wordt in projecten gestopt; de school houdt een balans tussen leren door ervaren en leren door onderwijzen
Doelen worden als graadsdoelen gepland.
Atelier voor de hele school (2 tot 3 keer per jaar; alle leraren hebben een aanbod)
De leraren leren kinderen doelgericht te werken. Niet iedereen doet tegelijk wiskunde of taal. Er wordt met een weekplanning gewerkt. Dit via picto’s(veel kinderen met ASS maar we doen het niet voor hen, we doen het voor iedereen, zo voelt niemand zich gestigmatiseerd).
Kinderen kiezen ook wanneer ze dingen doen. Leraren bouwen in dagindeling dingen in zodat leerlingen weten dat ze er aan mogen beginnen of dat er eerst een les volgt.
Op vrijdagmorgen is er vrije werktijd
Werkvormen zijn afwisselend zelfstandig (pictogram met 1 kindje er op), in groep (co-operatieve werkvormen => kinderen leren ze snel), via hoeken of kring
Projecten duren drie weken (4 tot 5 per jaar). Elke klas heeft dan hetzelfde project (wij-gevoel). Projecten vinden in de namiddag plaats; in de voormiddag werk (oefening, remediering, ..)
Leraren creëren vaak eigen materiaal (v.b. zandlopers in grote plastic flessen)
Organisatie van taken via takenbord en wasknijpers
Fase 4: ordenen en begrijpen
V.b. criteria voor projecten
V.b leerstof kaderen
V;b. Frans via de methode (sec)
Muzinami (namiddag muziek) en muzivomi (voormiddag muziek)
Het is veel loslaten
Ze werken ook veel met place-mats
Steeds dingen doen die nut hebben
Fase 5: ingrijpen en initiatief nemen
Evalueren en verruimen van het geleerde
Maatschappelijke relevantie
Afstand nemen en het proces overschouwen
Verschil maken tussen product en proces
Creativiteit
Evaluatie sociale vaardigheden (link leggen met dieren)
Preventiepiramide:
om pesten te voorkomen worden de kinderen opgeleid tot kinderbemiddelaar
Ze leren eerst luisteren zonder oordeel, gevoelens herkennen, verschil tussen ruzie en pesten kennen
Ze zijn herkenbaar via T-shirt
Organisatie:
Regelmatig leraren vrijroosteren
elke maandagochtend 1 uur vergaderen als team.
Het is dus niet: doe maar. Eerste de structuur goed uitdenken, dan pas ervoor gaan. Alles zit in de organisatie, dan pas kan je het lossen
Iedereen werkt op zijn niveau en tempo maar rustig
Je kan alleen maar resultaat halen als je ook voldoende instructie geeft
De keuzewaaier:
Alle leerdoelen zijn gefiltered. Maar hoe weet je dat iedereen krijgt wat hij moet krijgen? Als ze een nieuw project kiezen, nemen ze er de waaier bij en kijken ze of ze daarmee wel nieuwe doelen bereiken (niet steeds dezelfde). Langs de achterkant staat wat ze allemaal moeten doen. Als de doelen bereikt zijn, kunnen de leerlingen een sticker kleven. De kinderen hebben hun waaier (en worden dus betrokken bij het opbouwen van het leermateriaal) en de leraren hebben dezelfde waaier (met andere informatie)
Meer info en foto’s van leefschool De Vlieger vind je hier: https://prezi.com/e2x17_xftzp3/leefschool-een-vreemde-eend-in-de-bijt/
Secundaire school De Studio
De school werd opgericht door ouders uit De Vlieger die bang waren dat leerlingen dit soort onderwijs gingen missen in het secundair. In 2013 – 2014 begonnen met visievergaderingen: hoe moet het er uit zien? Ze hebben ook veel buitenlandse scholen bezocht. In Vlaanderen waren er toen weinig scholen die aan het systeem ‘rammelen’. En als je aan één ding begint te rammelen, kom je aan het ganse kaartenhuis. De visie condenseerden ze tot een 3 – 4 tal zinnen. Deze was 100% congruent met die van GO! Scholengroep Stroom die meteen enthousiast was. In 2015 werd Lodewijck Jonckheere coördinator en in 2016 zijn ze gestarten.
Waarom een school oprichten?
Voorbereiden op vervolgstudies – arbeidsmarkt
Brede persoonsontwikkeling (waarden, normen, talenten)
Ontwikkeling tot actieve, betrokken, enthousiaste en kritische burgers
Jan Rotmans inspireerde Lodewijck op het EduNext Leerfestival. We evolueren naar een wereld die bottom-up, decentraal, gepersonaliseerd, individueel en fluide wordt. Waarin we geleidelijk aan afscheid nemen van top-down, central systemen, iedereen gelijk behandelen en alles in hokjes steken.
De disruptieve burger is waarde gedreven, werkt samen en gebruikt dingen in plaats van ze te bezitten. Terwijl het oude paradigma stoelt op standaards, bureaucratie, rendement en ongelijkheid is het nieuwe paradigma personaliseren, leerling en leraar centraal stellen, kwaliteit en ruimte bieden evenals gelijke kansen bieden.
Deze transitie Dit gaat gepaard met chaos. De gevolgen voor onderwijs zijn dat we niet langer disciplineren maar stimuleren, onze leerlingen voorbereiden op continue verandering, hen laten experimenteren en falen. Zodat ze wendbaar worden en veerkracht hebben.
De uitdagingen zijn dan ook enorm:
kloof kinderen lager-hoger opgeleide ouders is groot (ongelijkheid door de thuistaal die niet de schooltaal is. Kinderen uit hogere sociaal-economische context maken gemakkelijker de transfer)
inclusie en superdiversiteit
ongekwalificeerde uitstroom
daling prestaties hoogpresterende leerlingen (wiskunde, taal, wetenschappen)
bruuske overgang basis naar secundair onderwijs
falende en negatieve studiekeuzen (v.b. leerling heeft interesse in wetenschap maar wiskunde lukt niet. Hij komt in humane terecht terwijl dat hem niet interesseert
watervalsysteem – brede eerste graad
zittenblijven
geleidelijk aan vermindert het enthousiasme en de motivatie van de leerlingen (cfr onderzoek Maarten Van Steenkiste)
bepaald opleidingen zullen verdwijnen (opleiding kantoor staat in de top 3 van de sneuvelrichtingen)
onderwijs is zeer normatief georganiseerd en de wetenschap ondersteunt dit. De stap maken van evidence based naar evidence informed (v.b. groepswerk draagt niet bij tot groepswinst. Het hangt er van af hoe je het toepast)
De pijlers van De Studio
Pijler 1: inspireren en motivatie
Ze passen de zelfdeterminatietheorie toe: Autonomie, Betrokkenheid, Competentie
Ze willen dat goesting in leren bewaard blijft. Mensen zijn lerende wezens. En moeten daar geen moeite voor doen
Bouw keuzes in die er toe doen. Als leerlingen geen feedback krijgen, dan motiveert hen dat niet. Als ze feedback krijgen, dan ontstaat vertrouwen en competentie
Leraren zijn meerwaardezoekers: past die school bij mij?
Leerling en leraar centraal
Pijler 2: create your future (ondernemingszin)
Gevoel van betrokkenheid, een verschil kunnen maken
Er is geen link tussen leren en stress. Stress heeft wel een negatief effect op de creativiteit (fouten durven maken, essentieel voor leren)
Leerlingen moeten zelf eigenaar worden van hun leerproces onder begeleiding van leraren
Pijler 3: Verbinding (open, respectvol, brede school, ouders als partner)
Het creëren van verbondenheid (relatie met de leerling – hoog leereffect cfr Hattie)
Betrokkenheid (feedback op de taak)
Pijler 4: Kritische zin
De tendens “elke mening is evenveel waard” klopt niet!
Een gefundeerde mening kunnen vormen.
Zijn eigen denkfouten en die van anderen er uithalen.
Over een mening leren discussiëren zonder zich aangevallen te voelen
Aanpak
De Studio werkt in blokken van 90 minuten. Elke ochtend is er ‘momentum’. Dan zijn er energizers, sociale werkvormen, iets over de organisatie, planning van het leren, leesmomenten, ....
Projectwerk
Gebeurt op maandag- en dinsdagnamiddag
Niet om feitelijke kennis te verwerven maar wel om een bede kennis te bekomen, om linken te kunnen leggen, om een beter conceptueel inzicht te krijgen
het zorgt voor motivatie
er zijn verschillende stappen: intro (voorstelling van het project), verkenning (wat weten we daar al van en wat zouden we daarvan moeten weten), voorbereiding, uitvoering, presentatie en reflectie
ze gebruiken de Double Diamand Design Thinking methodologie
projectwerk loopt over de jaren heen
vrij project: aangeboden modules en eigen voorstellen
Instructie
beperkt tot 20’ (1e graad).
Frans/Wiskunde/Engels
automatisering en herhalen zijn belangrijk (info naar permanent geheugen krijgen)
Keuzewerktijd
tijd om te oefenen (je mag gaan gamen maar zorg dat je je doelen haalt)
leerlingen hebben grote autonomie maar moeten ook stap per stap discipline aankweken
zelfstandig plannen en verwerken
doel: eigenaarschap, zelfsturing, differentiëring (eigen tempo!), motivatie
Samengooien klasgroepen
Een leraar geeft verlengde instructie
Een leraar is coach
Een leraar verdiept
Differentiëringsmodel via verdiepingsniveaus en keuzemogelijkheid
Basis
Eerste uitbreiding (gevorderd)
Tweede uitbreiding (excellent)
Evaluatie
groeigericht, evolutie, motiverend, eigenaarschap (door coaching)
leerlingen leren zichzelf evalueren:
waar ben ik?
waar wil ik naartoe?
hoe geraak ik van 1 naar 2?
oudergesprekken: leerlingen + coach doen het gesprek. De leerlingen leggen het uit
doelen als uitgangspunt (via database en rubriks)
samen reflecteren en rapporteren