Een groep leerlingen meekrijgen in jouw verhaal en een veilige en productieve leeromgeving creëren: een complexe opgave voor leraren. Dit leerproces kost vaak jaren en verloopt voor iedereen anders. Wat als je niet alle fouten die anderen hebben gemaakt, zelf ook moet maken? Wat als je kon leren van hoe anderen het succesvol hebben aangepakt? In hun boek geven de auteurs aan (aanstaande) leraren praktische tips hoe ze een klasklimaat kunnen faciliteren waarin leerlingen goed kunnen leren.
Een flexibel repertoire
Klassenmanagement is volgens Tom Adams en William Buys een geïntegreerd concept waarbij pedagogische, onderwijskundige en (vak)didactische elementen met elkaar in verbinding staan en elkaar beïnvloeden. Als leraar kun je bijvoorbeeld nadenken over je les (vakdidactiek), terwijl je rekening houdt met de specifieke kenmerken van je doelgroep (pedagogisch) en de wijze waarop je als leraar de kennis overbrengt (onderwijskundig). Een leraar moet adequaat kunnen handelen, gebruik kunnen maken van verschillende manieren van lesgeven en als een methode niet werkt, kunnen overschakelen op iets anders.
Het is belangrijk om zelf voorbeeldgedrag te laten zien maar ook om structuur en duidelijkheid te bieden. Eerst werken aan de relatie met je leerlingen, dan komt pas presteren. Als leraar neem je best de regie vanuit een natuurlijk overwicht in plaats van vanuit macht te handelen. En veelvuldig met waarschuwingen te moeten strooien of straffen uit te delen. Naast nabijheid en betrokkenheid zorgen duidelijke regels en structuur voor een rustig en overzichtelijk leerklimaat.
Vijf vaardigheden voor goed klassenmanagement
De auteurs beroepen zich op Evertson & Weinstein die volgende vaardigheden definiëren:
- Bouw aan een relatie met en tussen leerlingen. Dit heeft betrekking op je interpersoonlijk handelen in relatie tot je klas en je leerlingen
- Zorg voor een productief leerklimaat: via de organisatie van je les, de activiteiten die je in de les doet en/of de wijze waarop je werkvormen aanbiedt
- Creëer een veilig leerklimaat: bepaal en ga goed om met regels. Zorg voor een balans tussen een goede relatie met je leerlingen en gezag hebben
- Ondersteun de ontwikkeling van sociale vaardigheden en zelfregulatie: help leerlingen bij hun leerproces en coach hen op emotioneel en gedragsniveau
- Treed op bij gedrags- of ordeproblematiek: in situaties waarbij preventieve acties niet meer werken, is de wijze waarop je als leraar omgaat met ongewenst leerlingengedrag en/of ongewenst klasklimaat cruciaal.
Geef leerlingen uit een moeilijk te handhaven klas het voordeel van de twijfel en probeer achter het gedrag te kijken dat ze in eerste instantie laten zien.
Creëer een productief leerklimaat
De schrijvers adviseren om vooraf goed na te denken over welke interventies je in de klas wil inzetten. Wil je nog terugkomen op voorvallen of afspraken uit de vorige les? Wat is de beginsituatie als je een nieuw onderwerp start? Hoe ga je achterhalen welke voorkennis je leerlingen al hebben? Wat zijn je lesdoelen, welke leeractiviteiten ga je inzetten en hoe ga je op het einde van de les evalueren? Door je goed voor te bereiden, heb je meer tijd om te observeren wat er zich in het klaslokaal afspeelt.
William Buys en Tom Adams spreken uit ervaring als ze zeggen dat het belangrijk is om tijdens je les keuzes te durven maken in wat je nog wel gaat behandelen en wat je laat vallen. We hebben vaak de neiging om te veel leerstof te willen zien die dan minder goed blijft plakken bij de leerlingen of hen stress bezorgt.
Voor een productief leerklimaat is het ook belangrijk om als leraar zelf positief gedrag te laten zien. Dat zorgt voor een sterkere relatie met je leerlingen en maakt meteen duidelijk wat het gewenst gedrag is. De leerlingen gaan dit dan spiegelen en nemen jouw gedrag over.
Lees je gedrag en dat van je leerlingen
De roos van Leary biedt de mogelijkheid voor leraren om hun gedrag in een groep en dat van leerlingen te analyseren te analyseren en aan te passen. Het beschrijft 8 verschillende gedragsstijlen en verklaart hoe individuen op elkaars communicatieve stijl reageren. Hiermee geeft het handvaten voor de subtiele beïnvloeding van groepsprocessen en de verbetering van de omgang met leerlingen.
De roos van Leary
“Maak gebruik van de ik-boodschap, maak duidelijk dat jij het niet wil in plaats van dat het niet mag volgens de regels van de school.”
Het ligt niet aan de leerling
Goed onderwijs en de relatie tussen leerling en leraar zijn de meest belangrijke factoren bij het effectief voorkomen van gedragsproblemen. Leraren hebben echter lang niet altijd oog voor hun eigen aandeel in de gedragsproblemen van leerlingen. Ze zijn vaak geneigd om de problemen toe te schrijven aan leerlingenkenmerken en/of gezinsomstandigheden. Wanneer een leraar over een beter inzicht en een passend handelingsrepertoire beschikt, nemen de negatieve gevoelens ten opzichte van de leerlingen met gedragsproblemen af en verlopen de interacties met deze leerlingen positiever.
De houding van de leraar heeft misschien wel de grootste invloed op goed klassenmanagement. Deze houding bestaat uit alertheid en emotionele objectiviteit. Alertheid is het bewustzijn van wat er in je groep gebeurt. Het is belangrijk om je daar als leraar heel bewust van te zijn. En om vriendelijkheid uit te stralen, een open, uitnodigende houding te hebben en oogcontact te maken. Zo geef je leerlingen het gevoel dat ze gezien worden. De schrijvers waarschuwen om daarin ook niet te ver te gaan en je steeds bewust te blijven van je rol als leraar. Niet proberen het ‘vriendje’ van de leerlingen te worden.
“Sta bij de deur als de les begint, begroet iedereen en zorg dat je de namen kent. Praat met je leerlingen, vraag wat ze in het weekend gedaan hebben en wat hen bezighoudt.”
Hoe ongemanierd, onfatsoenlijk of ronduit bedreigend of asociaal het gedrag van leerlingen ook kan zijn, het is belangrijk om te beseffen dat dit nooit persoonlijk naar jou bedoeld is. Ongewenst gedrag is te verklaren doordat leerlingen status willen krijgen in de klas, stoer willen doen naar anderen, of gefrustreerd zijn omdat ze de stof niet snappen of omdat er in een andere les of thuis iets speelt dat invloed heeft op hun emotionele toestand.
Klassenmanagement bij verschillende schooltypes
De schrijvers hebben in hun boek aandacht voor de verschillende types onderwijs. Zo kan klassenmanagement in buitengewoon onderwijs ook heel uitdagend zijn. Er kan immers internaliserend gedrag ontstaan van leerlingen met faalangst of psychosociale problemen. Hierdoor trekken deze leerlingen zich terug, maken ze moeilijker contact met anderen en is er sprake van depressieve gedachten. Daarnaast kan er ook externaliserend gedrag optreden, storend voor de omgeving: driftbuien, agressief en respectloos gedrag en pesten. Leerlingen met een licht verstandelijke beperking kunnen het vermogen ontbreken om emoties te filteren op momenten dat het misgaat. De schrijvers stippen aan dat het belangrijk is dat de leraar deze leerlingen niet als kwetsbaar ziet, maar hen ‘normaal’ behandelt ondanks dat ze extra begeleiding nodig hebben.
Ze adviseren om bij aanvang van het schooljaar te investeren in groepsvorming en in te zetten op respect, gezelligheid en samenwerken. Daarnaast kan een wekelijks moment waarop het aanleren van sociale vaardigheden centraal staat, ook goed werken.
Vier effectieve vormen van docenthandelingen:
- Vermijd een persoonlijke strijd met leerlingen
- Corrigeer storend gedrag van leidersfiguren
- Gebruik straf met mate
- Vermijd conflicten tijdens de les
De auteurs raden aan om altijd de balans tussen zachtheid en helderheid te bewaken. Zachtheid in mimiek en stem in combinatie met een duidelijke boodschap. Belangrijk is dat je bij storend gedrag de leerling aanspreekt op het gedrag en niet op de persoon. En om het gedrag wat je ziet te benoemen en aan te geven dat je dit storend vindt. Probeer altijd te achterhalen waar het gedrag vandaan komt. Om vervolgens te zeggen wat voor gedrag je dan wel wil zien.
Inzetten op zelfregulerend leren is volgens William Buys en Tom Adams dan ook cruciaal. Zorgen dat leerlingen afhankelijk van hun context hun gedrag, gedachten en motivatie zelf richting kunnen geven met het oog op het bereiken van hun leerdoelen.
William Buys (onderwijskundige, lerarenopleider Fontys) - Tom Adams (practor Koning Willem I college)
Herstelrecht in het onderwijs: groen en rood
Hoop, humor en herstel zijn volgens de auteurs belangrijke bouwstenen voor een schoolbrede aanpak:
• Hoop: het vertrouwen dat leerlingen en leraren moeten hebben dat er een waardevol leven in het verschiet kan liggen
• Humor: de smeerolie die de raderen soepel laat draaien
• Herstel: de levensvisie die de veilige basis weer laat glimmen nadat die krassen of deuken heeft opgelopen
Bij herstelrecht kun je de kleuren groen en rood onderscheiden:
• Van groen gedrag wordt iedereen beter
• Bij rood gedrag is er altijd iemand die schade van iets ondervindt
Mensen die rood communiceren, proberen jou mee te trekken naar het rode vlak. Aanklagers maken slachtoffers en slachtoffers zoeken redders (dramadriehoek).
De kunst is om ook in spannende en stressvolle situaties groen te reageren, juist op rood gedrag van anderen. Het streven is dat leerlingen groen handelen en zich bewust zijn van hun rode gedrag, dat meestal narigheid oplevert ten opzichte van anderen en zichzelf (agressie, depressie en wanhoop). Door rood te handelen, sluiten ze zichzelf namelijk uit van anderen.
“Behandel je leerlingen als mensen en dan heb je geen problemen. Behandel je hen als leerplichtigen, dan loop je grote kans om problemen te krijgen omdat in dit geval het onderwijs centraal komt te staan en niet de persoon die het onderwijs volgt. ”
Niet één maar drie culturen
Leerlingen leven in drie culturen, elk met een eigen dynamiek en sociale ladders:
• De thuiscultuur
• De straatcultuur
• De schoolcultuur
Het onderwijs moet deze drie culturen erkennen en de onderling tegenstrijdige codes en boodschappen leren begrijpen en productief hanteren. Volgens Iliass El Hadioui, grondlegger van de filosofie achter de Transformatieve School, zijn jongeren constant bezig met de beklimming van deze drie ladders. Terwijl leraren het liefst zien dat ze de schoolladder beklimmen, bestaat de uitdaging erin om een match te vinden tussen de school, thuis en de straat. Alleen zo kunnen jongeren een bepaalde rust ervaren.
Conclusie
De auteurs strooien in hun boek met waardevolle tips: tips om een relatie te creëren met en tussen je leerlingen, tips om een productief leerklimaat te creëren, tips om vanuit je handelen te komen tot een veilige leeromgeving, tips om de ontwikkeling van sociale vaardigheden en zelfregulatie te ondersteunen, tips om vat te krijgen op ordeverstorend gedrag. Dit kan voor de beginnende leraar overweldigend overkomen. Hoe slaag je erin om al die tips in de praktijk te brengen? Anderzijds is er een leerproces en kun je het niet van in het begin perfect doen. De tips zijn handig om op terug te vallen en als reflectie dienen als het eens wat minder loopt. De basis van klassenmanagement is een met onderzoek onderbouwd sterk boek dat een houvast kan bieden voor elke leraar, niet alleen voor starters. Het boek is uitgegeven bij LannooCampus.