Als je door websites van scholen surft en je zoomt in op de visies, dan lees je volgende zinnen:
- Wij stellen onze leerlingen centraal
- Wij vinden het welbevinden van iedereen op school belangrijk
- We zetten in op diversiteit
- We werken voortdurend aan kwaliteitsvol onderwijs
- We ontwikkelen de talenten van al onze leerlingen
- We bieden krachtige leeromgevingen aan
- We besteden aandacht aan milieu en duurzaamheid
- We hebben een sterk uitgebouwde leerlingenbegeleiding
- We bereiden onze leerlingen voor op hoger onderwijs
Enkel vragen die hierbij rijzen:
- Stel dat je daar het logo van een andere school zou bijplaatsen, zou iemand het merken?
- Zouden leerlingen en leraren van die school kunnen vertellen wat er in hun visietekst staat?
- Als je door die school zou lopen, zou je die visie dan vertaald zien op de klasvloer?
In heel wat scholen is het antwoord positief. In andere scholen is dat minder het geval. Waarom? Omdat die scholen er vooralsnog niet in geslaagd zijn om hun visie volledig tot leven te brengen.
Blijf niet hangen in een visietekst
Uiteraard moet je als school een visie hebben. Je moet weten waar naartoe. De stip op de horizon moet duidelijk zijn. Daarom is het zeer zinvol om daar met het hele schoolteam over na te denken. En daarbij mag je dromen. Als je kijkt naar je huidige en toekomstige uitdagingen, welke school heb je dan nodig? Hoe zou je willen dat je school er in 2027 uit ziet? En dan kom je samen tot een tekst of een aantal pijlers die voor de school belangrijk zijn. De valkuil bestaat erin om deze tekst te blijven bijslijpen totdat hij er op papier perfect uitziet. Om hem daarna te visualiseren op de website, aan de schoolpoort te hangen, te verspreiden via brochures of een plaats te geven tijdens opendeurdagen.
Vertaal de visie in concrete doelstellingen
Het is belangrijk om je schoolvisie verder door te vertalen. Wat betekent deze visie voor je leerlingen, leraren, school en de wereld rondom je school?
- Welke leerlingen wil je zien als ze de laatste keer door je schoolpoort stappen?
- Wat wil je dat leerlingen kennen en kunnen?
- Hoe wil je dat leerlingen met elkaar omgaan?
- Hoe verloopt de relatie tussen leerlingen en leraren?
- Welke kwaliteiten en expertise hebben leraren in je school?
- Welk gedrag vertonen je leraren op school?
- Welke schoolklimaat wil je op school?
- Hoe wil je dat de buitenwereld je school ziet?
- Hoe wil je omgaan met de ouders van je leerlingen?
Deze doelstellingen kun je bij elke nieuw project, bij het uitwerken van processen of bij praktische beslissingen steeds weer voor ogen houden en je afvragen of dit beantwoordt aan je doelstellingen.
Definieer leidende pedagogische principes
Hoewel de doelstellingen al een stuk concreter zijn, is dat nog niet voldoende. De link die nog te weinig gemaakt wordt, is de vertaling van de doelstellingen naar de dagelijkse pedagogie en didactiek. Dat vergt een extra slag. Hiervoor kun je het EduNext transformatierad als denkmodel gebruiken.
Daarbij ga je samen met het lerarenteam na hoe je voor elk van de wielen van het transformatierad je visie en doelstellingen concreet kunt vertalen in leidende pedagogische principes. Per wiel kun je zo een 3 tot 5 principes gaan bepalen. Goed gedefinieerde leidende principes zijn voldoende concreet, geven sturen en richting maar bieden toch nog genoeg ruimte om die te interpreteren en aan te passen naar de klascontext.
Enkele voorbeelden van leidende pedagogische principes zijn:
- Leerinhoud: we reflecteren regelmatig op de vooropgestelde leerdoelen en versterken zo het zelfreflecterend vermogen van leerling en leraar
- Leervorm: onze instructies mogen in de toekomst nog maximaal 20 minuten duren en leerlingen zullen leren beslissen welke instructies ze nodig hebben en welke niet.
- Leerproces: we gaan werken met digitale portfolio’s waarbij leerlingen hun opgedane vaardigheden en nevenactiviteiten kunnen bijhouden
- Leertijd: we starten elke morgen met een gemeenschappelijk kringmoment waarbij leerlingen over een zelfgekozen thema met elkaar in gesprek gaan
- Leeromgeving: wij streven ernaar dat elke leerling op elke moment een plek kan vinden om in stilte te kunnen werken
- Leernetwerk: we gaan de ouderbetrokkenheid versterken door hen ’s morgens de kans te geven om een koffie te drinken hen op vrijdagnamiddag te laten aansluiten bij een gemeenschappelijk moment
- Leermateriaal: We willen een overkoepelende toolbox creëren waar we onze lesmaterialen samen kunnen maken en delen
- Leerorganisatie: We streven ernaar om wekelijks 1 à 2 uur overlegtijd te creëren
Het is van belang om je ervan bewust te worden dat de wielen van het transformatierad één samenhangend systemisch geheel vormen. De daarvan afgeleide pedagogisch leidende principes zijn dat ook. Goed gedefinieerde principes kunnen op elkaar inspelen en elkaar versterken.
Tijdens het bedenken en vormgeven van deze principes hou je het best ook telkens de doelstellingen voor ogen en check je of je via deze leidende pedagogische principes je doelstellingen wel degelijk bereikt. Eens je het met het schoolteam eens bent over de leidende pedagogische principes, vormen ze je kompas tijdens je dagelijks onderwijs.
Weet dat bepaalde leidende pedagogische principes bij leraren angst kunnen oproepen omdat ze het nog niet zien zitten om die uit te voeren of omdat ze er zich nog niet competent voor voelen. Het is belangrijk om daar tijdens het proces voldoende oog voor te hebben, hen daarbij te coachen en zo te werken aan draagvlak.
Proeftuin of pilootproject
Een laatste stap in het proces is om de leidende pedagogische principes te vertalen naar je dagelijks onderwijs. Dat kan via een proeftuin of een pilootproject. Het onderscheid is belangrijk. Een proeftuin omvat enkele van de leidende pedagogische principes waarmee je gaat experimenteren en de effecten ervan in kaart brengt. Een pilootproject integreert alle leidende pedagogische principes. Het is je toekomstige school in het klein. Dat betekent dat je de leidende pedagogische principes vertaalt naar concrete lesinhouden, lestabellen, evaluatie, benodigde leerruimte, organisatie, leermateriaal en netwerk. Een pilootproject heeft meer impact maar is ook een stuk uitdagender. Een proeftuin heeft minder effect maar zorgt er wel voor de leraren meer laagdrempelig met de innovaties aan de slag kunnen gaan. Het risico bij proeftuinen is dat het proeftuinen blijven. Maar als er meerdere proeftuinen lopen, kun je die op termijn wel verbinden tot één pilootproject.
Doordat er op school proeftuinen of pilootprojecten lopen, zul je zien dat de visie zo veel voelbaarder wordt. Het is geen vrijblijvende tekst meer op de website. Stel dat je bezoek hebt op school, dan zullen leraren en leerlingen die in de proeftuinen of pilootprojecten actief zijn, gemakkelijk de visie kunnen vertellen omdat hun dagelijkse werking ervan doordrongen is.
Wil jij je schoolvisie nog meer laten leven?
We hebben voor bovenstaande stappen een deeltraject ontwikkeld waarbij we het schoolteam coachen om via enkele interventies te komen van visie naar doelstellingen naar overeengekomen leidende pedagogische principes. Interesse? Neem contact met dirkdeboe@edunext.be of bel Dirk op 0474/949448.