Regelmatig ontstaan er fusies tussen scholen. Daar zijn meerdere redenen voor. Een van de twee scholen ontbreekt schaalgrootte zoals bijvoorbeeld een kleine leefschool in basisonderwijs waardoor de vaste kosten te groot worden, de werkdruk extreem wordt of waardoor ze de onderwijskwaliteit niet meer kunnen leveren bij afwezigheid van een leraar. Een andere reden kan te maken hebben met het aanbod. Twee secundaire scholen kunnen het plan hebben om samen alle richtingen aan te bieden en zo leerlingen en ouders te overtuigen dat leerlingen gedurende hun middelbaar onderwijs op dezelfde school kunnen blijven. Het kan ook om een gedeeltelijke fusie gaan waarbij een netwerk van autonome scholen gemeenschappelijke administratieve, financiële, logistieke en andere algemene diensten voor ogen hebben. Meestal wordt de beslissing tot fusie op hoger niveau genomen en is het aan de desbetreffende directeurs om te zorgen dat het een succes wordt. En dat is het jammer genoeg niet altijd. Maar je kunt de kans wel maximaliseren door een aantal valkuilen te vermijden. Wij formuleren ze hieronder als succesfactoren.
Sterke strategische fit
Het is belangrijk dat de scholen die fuseren een gelijkaardige visie op onderwijs hebben en dezelfde verwachting op vlak van kwaliteit. Doordat leraren bijvoorbeeld andere competenties hebben of de school zich voorheen richtte tot een ander leerlingenpubliek kunnen er bij de leiding van in het begin al significante verschillen zijn over hoe volgens hen onderwijs vormgegeven moet worden. Het is noodzakelijk om hier op voldoende hoog conceptueel niveau tot overeenstemming te komen en samen een aantal leidende principes af te spreken die bij het verder verloop van de fusie zullen toegepast worden.
SCHENK Voldoende aandacht AAN de schoolculturen
De kans bestaat dat je het belang van de schoolcultuur onderschat. Meestal is er bij een fusie een botsing van culturen. Mensen willen graag ergens bij horen en dat kan - ten gevolge van een fusie waar leraren meestal niet zelf voor gekozen hebben - in het gedrang komen. Het komt immers zelden voor dat twee scholen die fuseren dezelfde schoolcultuur hebben. Sowieso hebben ze een andere geschiedenis en verleden. Daarnaast kan het pedagogisch project gevoelig verschillen, kan er een andere stijl van leiderschap zijn of hebben leraren een andere achtergrond (v.b. ASO, TSO, BSO). Komen tot een nieuwe schoolcultuur is een werk van lange adem en betekent dat je daar veel tijd in investeert. De voornaamste uitdaging daarbij is misschien wel komen tot één verbonden team. En ook voldoende elementen uit de vroegere schoolcultuur te behouden.
VOORZIE Genoeg tijd om in gesprek te gaan
Bij een fusie gaat elke leraar en medewerker door een rouwproces. Ze moeten onderweg het oude en vertrouwde voor een deel achterlaten en het nieuwe komt ervoor in de plaats. Sommige collega’s gaan daar sneller door, anderen hebben meer tijd nodig. Daar zijn twee aspecten aan: de hoeveelheid tijd en hoe intens die tijd besteed of beleefd wordt. Tijd is voor elke school nu al een uitdaging. Die wordt nog groter als scholen gaan fuseren. Elk jaar samen een gemeenschappelijke studiedag organiseren of een dag met elkaar op de heide zijn eerste stappen maar niet voldoende. Er zijn gedurende het schooljaar structureel veel meer overlegmomenten nodig. Niet alleen met een gemeenschappelijke kernteam of met werkgroepen over de vroegere scholen heen maar ook met elke collega. Vooraf structureel overlegtijd creëren is dan ook cruciaal.
Kom tot heldere gemeenschappelijke doelen
Mensen gaan zich niet inzetten voor een fusie als ze er het belang niet van inzien. En zeker niet als ze zelf niet hebben mogen nadenken over die gezamenlijke ambitie. Het is belangrijk om deze vrij snel in het traject te formuleren en samen de gewenste resultaten zichtbaar te maken. Het mag daarbij niet alleen over een gemeenschappelijke visietekst gaan. Deze moet zich ook concreet vertalen in de gedragswijziging die je op lange termijn voor ogen hebt. Het is daarbij belangrijk om je telkens de vraag te stellen op welke manier je leerlingen hierdoor beter gaan leren en hoe dit leraren helpt om een optimale onderwijskwaliteit te verzorgen. En in welke mate beleidsmedewerkers, coördinatoren, ouders en ander medewerkers beter worden van de samenwerking.
Doe samen dingen EN MAAK HET CONCREET
Het gebeurt dat scholen tijdens een fusie te lang blijven hangen in de theorie. Er vindt bijvoorbeeld een veel te lange visie-oefening plaats waarbij je het allemaal op voorhand in detail probeert te bedenken om het daarna via een actieplan in de praktijk te brengen. Op het moment dat je tot de actie overgaat, is de dynamiek al verdwenen. Het vooraf blijven bijslijpen van visieteksten, weinig mensen kijken ernaar uit. Je gaat het best relatief snel over tot de kern van de zaak: het gemeenschappelijk pedagogisch project. Dat maakt de visie concreet. Daarbij is het belangrijk om te experimenteren, ervan te leren en bij te sturen. Regelmatig een quick win creëert de perceptie dat er iets gebeurt. Zonder te vervallen in kortetermijndenken.
Kijk verder dan standpunten en belangen
Een fusie is niet zelden een onderhandelingsproces is waarbij de twee scholen zoveel mogelijk proberen binnen te halen en op die manier zelf zo weinig mogelijk moeten veranderen aan hun eigen werkwijzen, processen en cultuur. Dit resulteert niet altijd in de beste oplossing. Het kan eindigen in een compromis waarbij niemand zich gelukkig voelt. Het is verstandig om achter meningen en belangen de achterliggende noden en behoeften in kaart te brengen en deze met elkaar te verbinden. De basisbehoeften van leraren uit verschillende scholen liggen meestal dichter bij elkaar dan hun meningen of belangen. Zo vermijd je zinloze en eindeloze discussies.
Hanteer een integrale benadering
Scholen hebben de neiging om fragmentarisch te werken, ook bij een fusie. Het gemeenschappelijk traject wordt hierbij opgesplitst in behapbare delen. Dat is op zich niet verkeerd maar ze kunnen wel elk een eigen leven gaan leiden waardoor de verbinding zoek raakt. Het is belangrijk om het hele proces goed op te volgen en regelmatig connecties te maken tussen de verschillende onderdelen en hun acties. Dat kan bijvoorbeeld via een sterke verbindende projectleider die ook over stevige procescoaching vaardigheden beschikt en die kan zorgen dat er blijvend aandacht is voor inhoudelijke, procesmatige, organisatorische en relationele aspecten. De uitdaging daarbij is de neutraliteit te bewaren, zeker als de projectleider tot een van de vroegere scholen behoort.
Werk via een participatief proces
Iedereen weet dat een top-down fusie niet werkt en toch gebeurt het nog regelmatig dat fusies ‘uitgerold’ worden. Mensen mogen dan pas beginnen mee nadenken als er volgens hen al te veel dingen beslist zijn en er nog te weinig bewegingsruimte overblijft. Van in het begin resoluut kiezen voor betrokkenheid en inspraak waarbij iedereen van bestuurder tot leraar, leerling en ouder volwaardig mee kunnen denken en doen, zorgt voor een brede gedragenheid en verhoogt de slaagkans van de fusie.
Kijk MEER vooruit DAN ACHTERUIT
Het gebeurt bij fusies dat mensen blijven graven in het verleden en achterwaarts blijven denken. Het is inderdaad belangrijk om te weten welke trauma's er van vroeger zijn. Je kunt niet om de grootste ankers heen. Die moet je inderdaad lichten eer je verder kunt. Maar ga daar ook niet te ver in. Focus je op ankers die blokkerend te zijn en probeer niet te blijven hangen in de historiek en in dingen waar je niets meer kunt aan veranderen. Een manier is om telkens de aandacht te richten naar de gewenste toekomst en te zorgen dat collega’s in hun cirkel van impact blijven. Zo help je hen om te focussen op die dingen waar ze vat op hebt. Dit kan ook door te waarderen wat er op de scholen nu goed werkt.
Communiceer CREATIEF
Veel veranderingen lopen fout in slechte communicatie. Dat kan reeds het geval zijn voordat de fusie een feit is. Iemand praat zijn mond voorbij en zorgt zo al voor een slechte start. Mensen hebben het ‘ergens’ moeten horen of lezen, niet via hun eigen directie of coördinator. Maar ook tijdens het fusieproces is een continue communicatie van groot belang. Vaak zegt men dat je ook moet communiceren als er geen nieuws. Misschien is een veelheid aan communicatiekanalen nog belangrijker. Mensen hebben visuele en auditieve herhaling nodig om doordrongen te raken van een boodschap of informatie. En neem er ook maar de andere zintuigen bij. Zoals manieren om de verandering te laten doorvoelen of samen een lekker hapje eten.
Drawify illustratie
Meer info?
Zoals je hebt gemerkt, zijn deze tien succesfactoren niet alleen belangrijk bij een fusie maar ook bij elke aparte schooltranformatie. EduNext heeft zich daar de voorbije jaren in gespecialiseerd. Lees hier meer over onze begeleidingen. We gaan er met jou graag vrijblijvend over in gesprek.